Speciaal onderwijs is opgericht voor kinderen die net iets meer aandacht en ondersteuning tijdens hun schoolperiode nodig hebben. Het gaat hier om kinderen met een handicap, stoornis of chronische ziekte. Er wordt naar gestreefd om de leerlingen van het speciaal onderwijs uiteindelijk te laten instromen in het reguliere onderwijs.
Het speciaal onderwijs is ook verdeeld in verschillende niveaus: het speciaal basis onderwijs (sbo) en het speciaal onderwijs (so). Het speciaal basis onderwijs is bedoeld voor kinderen die een basisschool leeftijd hebben. Dit onderwijs valt officieel niet onder de wet speciaal onderwijs maar is wel bedoeld voor kinderen met een laag intelligentieniveau, leerachterstand of die andere speciale zorg nodig hebben. Het uiteindelijke doel van het speciaal basis onderwijs is dat de leerlingen dezelfde basiskennis als andere basisschool leerlingen hebben, maar ze mogen hier wel langer over doen.
Voor het speciaal onderwijs zijn er in Nederland 10 verschillende typen scholen. Deze scholen worden onderverdeeld in vier cluster:
Het doorverwijzen van leerlingen naar het speciaal onderwijs wordt gedaan door middel van een samenwerkingsverband. Dit verband is tussen de scholen voor speciaal onderwijs en gewone scholen binnen de regio. Het samenwerkingsverband geeft voor de leerling een toelaatbaarheidsverklaring af. Met deze verklaring heeft de leerling het recht om toegelaten te worden in het speciaal onderwijs.
De speciaal onderwijs scholen moeten voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vaststellen. De school moet ieder kind zo goed mogelijk helpen bij het benutten van zijn mogelijkheden. Het ontwikkelingsperspectief staat centraal bij het maken van een plan voor de leerling. Dit plan moet uiteindelijk leiden tot een diploma of een baan geschikt voor de leerling.